Mobiliteitstransitie in Delft

Een belangrijk besef is dat de mobiliteitstransitie er één van de lange adem is. We bouwen voort op beleid en keuzes die al tientallen jaren geleden zijn gemaakt. Zo begon Delft ruim veertig jaar geleden al aan het verbeteren van het fietsnetwerk onder het credo ‘Delft Fietsstad’. En onze Markt – toen nog een parkeerterrein – werd een van de eerste autovrije zones van Delft. Dat waren toen enorme veranderingen, waar we nu nog de vruchten van plukken als het gaat om de leefbaarheid in de stad. Het onderstreept ook onze rol als overheid in grote transformaties. Voor mij is een best practice in dezen dan ook: durf scherpe keuzes te maken in het belang van een gezonde, veilige en leefbare stad. 

 

Slimme oplossingen

In Delft geven we nu duidelijk invulling aan die sturende rol bij de inrichting en herinrichting van buurten. Waar het kan hanteren we een lage parkeernorm, zodat dat meer ruimte overblijft voor groen, veilige wandelroutes en speelplekken. Door die lage norm zie je dat ontwikkelaars, architecten en inwoners steeds vaker ook zelf met slimme oplossingen komen. Denk aan inpandige, ondergrondse parkeergarages, parkeerrobots en deelvervoer, afgestemd op de vraag. 

Functies stapelen

We kijken ook steeds beter hoe we functies kunnen stapelen. Een verdiepte parkeergarage of fietsenstalling kan zich uitstekend lenen voor een daktuin, waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Mooie voorbeelden daarvan zijn gebouw Poortmeesters in Nieuw Delft en het Bethelpark. Ze laten zien dat een lage parkeernorm héél rechtstreeks kan bijdragen aan meer ontmoeting, groen en verkoeling. 

Aanmoedigen en faciliteren

Als gemeente moedigen we die initiatieven aan en faciliteren we ze ook. In Nieuw Delft, de gebiedsontwikkeling naast het centrum, hebben we bijvoorbeeld een ondergrondse mobiliteitshub laten bouwen waar ook deelvervoer wordt aangeboden. Omdat dit er al is voordat de nieuwe bewoners verhuizen, is voor hen de keuze voor deelvervoer in plaats van de auto makkelijker en aantrekkelijker.