Delft is de bakermat van de biotech-industrie. In 1674 ontdekte Antoni van Leeuwenhoek er het microscopische leven, en Jacques van Marken richtte in 1869 de Nederlandse Gist & Spiritusfabriek op (het huidige dsm-firmenich). En anno nu zijn er tientallen biotechnologische bedrijven die werken aan mondiale vraagstukken, zoals het verduurzamen van onze voeding. Een groot deel daarvan is gevestigd op de Biotech Campus Delft. “Het is heel inspirerend om zo dicht bij andere grote en kleine bedrijven te zitten, zeker in de beginfase van je bedrijf.”
Op de Biotech Campus Delft, een gebied van zo’n 40 hectare, is een groeiende groep bedrijven gevestigd, met in totaal zo’n 1.450 medewerkers, vertelt Gerben Jacobs, Program director Biotech Campus Delft. In 2040 zal de campus fors gegroeid zijn: “We zijn van plan de komende jaren naar zo’n 4.500 medewerkers te groeien.”
Een van die bedrijven is Cradle, dat een softwareplatform maakt waarmee biotechnologen eiwitten kunnen ontwerpen met verbeterde eigenschappen, zoals enzymen die sneller plastic kunnen afbreken, of eiwitten die tegen hogere temperatuur bestand zijn. “Je kunt onze software vergelijken met ChatGPT, maar dan niet voor menselijke taal, maar voor de taal van eiwitten”, vertelt co-founder Elise de Reus.
Maaike Zwart, wethouder Duurzaamheid, Werk en inkomen en Economie: “De uitdaging voor de wereld om klimaatverandering aan te pakken wordt met de dag zichtbaarder. De mensheid heeft dringend oplossingen nodig om de groeiende wereldbevolking op duurzame wijze te voorzien van energie, voedsel, gezondheid en materialen. In de afgelopen tien jaar heeft de mondiale biotechnologiesector een sterke groei doorgemaakt, aangedreven door wetenschappelijke ontwikkelingen en door, vaak impactgerichte, investeringen in jonge, innovatieve biotechnologiebedrijven”.
Artist impression van de Biotech campus in Delft (foto: biotech campus Delft)
Een ecosysteem voor de biotech-sector
Enkele jaren geleden besloot dsm-firmenich het terrein in Delft beschikbaar te stellen voor derde partijen: de Biotech Campus Delft. Wethouder Zwart: “DSM heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van Delft op het gebied van technologie en innovatie. Vanaf de ontwikkeling en productie van gist en later penicilline is dsm-firmenich inmiddels uitgegroeid tot een wereldmarktleider op het gebied van antibiotica, biobased materialen en voedingsstoffen.”
Inmiddels telt de Biotech Campus Delft drie grootgebruikers: dsm-firmenich zelf (met de bedrijfsonderdelen Taste, Texture & Health en Science & Research), Centrient Pharmaceuticals en het biotech ecosysteem Planet B.io. Bij Planet B.io huren ondernemers (zoals Cradle) onder meer kantoor- en labruimte. Zij zijn de zogenoemde ‘residents’ van Planet B.io. De Reus: “We huren een lab bij Planet B.io om onze Machine Learning-modellen te valideren.”
Naast het verhuren van kantoren en labs, geeft Planet B.io bedrijven toegang tot een groot netwerk van kennis, expertise en diensten om hun ideeën verder te ontwikkelen. En het helpt start-ups en scale-ups met ondernemen, onder meer door toegang tot financiële partners, hulp bij het aanvragen van subsidies en bij leiding geven aan een groeiend bedrijf. Partners van Planet B.io zijn Gemeente Delft, dsm-firmenich, Provincie Zuid-Holland, InnovationQuarter, TU Delft, ASR en Metropoolregio Rotterdam-Den Haag.
Bouke de Jong, Science & Technology officer bij Planet B.io: “Met Planet B.io willen we start-ups, scale-ups en grotere bedrijven de ruimte en ondersteuning bieden om nieuwe productieprocessen en applicaties te ontwikkelen. We willen ook niet-biotech bedrijven kennis laten maken met de mogelijkheden van biotechnologie om hen te inspireren in hun ambitie naar meer duurzame productie.”
Ondernemers helpen
Vooral voor startende bedrijven is het belangrijk dicht bij mogelijke partners en klanten te zitten, zoals wereldspeler dsm-firmenich. Dat gold bijvoorbeeld ook voor Cradle. Twee jaar geleden startten twee biotechnologen (waaronder De Reus), twee experts op het gebied van machine learning (afkomstig van Google) en een software-ontwerper (van onder meer Uber) hun start-up. Al snel kozen de vijf voor Delft als vestigingsplaats.
De Reus: “Een van onze founders woont in Zurich, dus daar hebben we een kantoor. In Delft hebben we de beschikking over een lab en een fijne werkplek. Maar daar is vooral ook een heel goede infrastructuur. Het is heel inspirerend om zo dicht bij andere grote en kleine bedrijven te zitten, zeker in de beginfase van je bedrijf. Vooral daardoor zijn we enorm gegroeid. We hebben nu zo’n 20 medewerkers. Dat was niet gelukt zonder Planet B.io.”
Wethouder Zwart: “Op de Biotech Campus Delft ontstaan innovaties doordat gehele innovatieketen aanwezig is: kennis, ontwikkeling, opschaling en productie. Bij naburige universiteiten en hogescholen zoals TU Delft, Inholland en RU Leiden, worden studenten opgeleid om de biobased economie van de toekomst vorm te geven. Gezamenlijke projecten en gedeelde onderzoeksfaciliteiten in de onmiddellijke nabijheid van opschaling en productie creëren de voordelen van de community die leiden tot het succes van biotechnologie.”
Eerste hbo-opleiding op campus
Veel van de bedrijven bij Planet B.io hebben een wetenschappelijke achtergrond, en komen onder andere van de TU Delft. Maar een campus kan ook niet zonder mbo- en hbo-krachten, vertelt De Jong. “Je hebt altijd een combinatie nodig tussen wetenschap en uitvoering. Als je alleen maar universitair geschoolde mensen bij elkaar zet, is het lastig om je doel te bereiken. Je hebt ook mensen met een mbo- of hbo-achtergrond nodig, maar die zijn niet eenvoudig te vinden.”
Hogeschool Inholland verhuist komend jaar het Food- en Biotechnolologie praktijkonderwijs naar de Biotech Campus Delft. Directeur Fabian van der Horst van Inholland is blij met de stap. “Foodscience en Bioscience zijn sleuteltechnologieën voor de transitie naar een duurzame economie en gezonde voeding. En voor die transitie is nieuw talent nodig in Delft en in de regio.”
Op de Biotech Campus Delft gaan onderwijs en onderzoek hand in hand: studenten zitten gelijk met pipetten en microscopen in een laboratoriumomgeving.
Hbo-studenten zullen colleges volgen op de campus, direct toegang krijgen tot bijvoorbeeld stagebedrijven én gebruikmaken van het lab. Van der Horst: “Ze zitten gelijk met pipetten en microscopen in een laboratoriumomgeving. Want op de Biotech Campus Delft gaan onderwijs en onderzoek hand in hand.”
Het onderwijs zelf zal ook aangesloten worden op de wensen van de gebruikers van de campus. Dat geldt niet alleen voor Inholland. Ook andere hbo-instellingen uit de regio hebben onlangs een bezoek gebracht aan de campus. Van der Horst: “Inholland sloot als ‘buurman’ als eerste onderwijspartner aan bij de campus, maar het gaat erom dat we samen met alle kennisinstellingen in de regio voldoende talenten opleiden. De markt heeft behoefte aan jaarlijks minimaal honderd nieuwe werknemers, zowel universitair als hbo en mbo. Die marktvraag is een gezamenlijke opgave.”
Paradepaardje voor de regio
Daarmee wordt de Biotech Campus Delft dus het epicentrum van de landelijke biotech-sector. Van der Horst: “Dit ecosysteem is het paradepaadje van Nederland.” Jacobs: “De kracht is de samenwerking tussen de partners. Dit kan dsm-firmenich niet alleen voor elkaar boksen.”
Wethouder Zwart: “Dit jaar zijn dsm-firmenich en ASR Dutch Science Park Fund een langlopende samenwerking aangegaan om het ecosysteem in Delft te laten groeien tot een unieke, wereldwijd toonaangevende campus voor biowetenschappen die de Nederlandse kennissector, duurzame voedselinnovaties en de biobased economie aanjaagt. Het ASR Dutch Science Park Fund investeert de komende jaren honderden miljoenen euro’s in de open innovatiecampus onder andere in nieuwbouw en in de aankoop van een deel van de bestaande kantoren, gedeelde faciliteiten en laboratoria. Door deze samenwerking zal de Biotech Campus Delft als fermentatie- en bioscience hotspot een leidende rol spelen in de wereldwijde overgang naar een duurzame, biobased economie. Het fonds wordt de samenwerkingspartner voor de verdere ontwikkeling van de campus. Daar ben ik ongelooflijk trots op”.