Wat hebben zelfrijdende voertuigen, smart shipping en drones met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal afhankelijk van betrouwbare, veilige en snelle mobiele telecommunicatie. 5G gaat hier een essentiële rol in spelen. Maar hoe leiden gemeenten en andere overheden de komst van 5G in goede banen? Marijn Janssen is hoogleraar ICT & Governance aan de TU Delft en houdt zich bezig met dit vraagstuk. Voor de metropoolregio Rotterdam Den Haag sprak hij met de wethouders Economie over hoe de 23 gemeenten effectief kunnen samenwerken. De MRDH, provincie Zuid-Holland en EBZ organiseerden hiervoor een kennisevent.
Waarom moeten gemeenten nu al kaders stellen terwijl 5G er nog niet is?
Omdat 5G meer is dan alleen de frequentie. Er komt ook een onderliggende infrastructuur bij kijken, waar je vooraf goed over na moet denken hoe je die inricht. 5G vereist veel meer antennes dan 4G. Maar waar plaats je deze antennes? Waar komen glasvezelaansluitingen? Als gemeente wil je een wildgroei vermijden en tegelijk er voor zorgen dat 5G aan bepaalde minimale eisen voldoet. Dit laatste is randvoorwaarde voor het creëren van innovatie.
Als je met een zelfrijdend voertuig van Rotterdam naar Den Haag rijdt, wil je niet dat je halverwege ineens langzamer gaat rijden of dat het voertuig niet meer onmiddellijk reageert, omdat de reactiesnelheid van het 5G netwerk niet in elke gemeente gelijk is. En als het netwerk van één aanbieder ineens uitvalt, wat gebeurt er dan? Welke aanbieder neemt het over? Je wilt voorkomen dat al die zelfrijdende voertuigen een deel van de weg blokkeren. Hetzelfde geldt voor de mobiele ziekenhuizen. Ambulances waarin artsen op afstand al handelingen kunnen doen via camera’s en misschien in de toekomst robots. De verbinding moet dan niet opeens wegvallen. Die kritische infrastructuur, wat gebeurt er als 5G uitvalt, dat moet op orde zijn en aan minimale eisen qua geografisch dekking, responsietijd, betrouwbaarheid en veiligheid voldoen. Laten gemeenten dit nu liggen, dan kost het veel geld om het later alsnog op te zetten en te regelen.
Daarnaast speelt nog, wethouder Saskia Bruines heeft het al aangegeven, het vraagstuk rondom data-eigenaarschap en privacy. Van wie is de data die straks via het netwerk gaat? Is het van de gemeenten of de telecomaanbieders? En hoe ga je om met de privacy? Daar moet je nu al afspraken over maken om niet voor voldongen feiten te komen staan. Onzekerheid over data-eigenaarschap remt innovatie.
Hoe kan de metropoolregio de regionale rol pakken in het organiseren van die kritische infrastructuur?
Door als regio beleid te maken, af te stemmen en eisen te stellen aan onder andere dekking en responstijd. Door samen op te trekken, sta je richting de nationale overheid en telecomaanbieders ook veel sterker en creëer je een gelijk speelveld. Telecomaanbieders willen niet met elke gemeente afzonderlijk onderhandelen en maatwerk moeten leveren, dat is duur. Om tot die samenwerking te komen en te bepalen hoe je een gelijk speelveld creëert moet je als overheid experimenteren. Of dit ondersteunen door te investeren in pilots. Want we weten nog niet helemaal hoe we de 5G infrastructuur het beste kunnen aanleggen en hoe deze gebruikt gaat worden. Daarom is het goed om in een Living Lab als Scheveningen en het Do IoT Fieldlab aan de TU Delft dat te gaan ervaren en uit te proberen. Als je daar ontdekt dat een 5G zendmast in een lantaarnpaal goed werkt. Dan kun je die lichtmasten als plekken aanwijzen voor de telecom en pak je als regio de regie hierop. Natuurlijk ga je dan ook bepalen welke telecomaanbieder welke lichtmast krijgt of maak je als overheid afspraken over gezamenlijk gebruik. De regio Zuid-Holland is een hele innovatieve regio, maar als de infrastructuur niet op orde is en gemeenten er samen niet goed over nadenken, dan belemmert dat die innovatie.