Haveneconoom Bart Kuipers over watergebonden bedrijvigheid in de metropoolregio

18 maart 2019

Bart Kuipers is haveneconoom en werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Voor de Strategie Werklocaties MRDH deed hij onderzoek naar watergebonden bedrijvigheid.

Waarom zijn watergebonden terreinen zo belangrijk voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag ?

Watergebonden bedrijvigheid is van belang om de binnenvaart als relatief milieuvriendelijke vervoerwijze optimaal in te zetten. De binnenvaart kan een aanzienlijke grote rol spelen in de ambitieuze plannen rond de circulaire economie, de stedelijke distributie en bouwlogistiek. Hiervoor zijn terreinen nodig waar goederen via de binnenvaart overgeslagen kunnen worden en waar mogelijkheden zijn voor binnenvaart-gerelateerde opslag. Ook de binnenvaart is op dit moment aan het vergroenen, zoals de elektrisch aangedreven schepen die voor Heineken vanaf het Alpherium in Alphen aan den Rijn laten zien.

Om welke terreinen gaat het?

Uit de inventarisatie van watergebonden bedrijventerreinen die de Erasmus Universiteit Rotterdam voor de MRDH heeft gemaakt, blijkt dat er diverse terreinen zijn met aanknopingspunten voor recycling en andere circulaire toepassingen. Uit het onderzoek blijkt met name dat de Schie in het bijzonder mogelijkheden heeft voor nieuwe functies, zoals de circulaire economie en stedelijke distributie. Daarbij spelen vooral de watergebonden terreinen in Spaanse Polder in Rotterdam, de Binckhorst in Den Haag en de Schieoevers-Zuid bij Delft een rol.

Waarop moeten gemeenten op letten bij dit soort terreinen? 

Allereerst moeten natuurlijk de randvoorwaarden in orde zijn. De binnenvaart moet er daadwerkelijk kunnen komen, door vaarwater en kades te reserveren. Ook het overslaan en verwerken van goederen moet mogelijk zijn, bijvoorbeeld met een waste2chemicals fabriek, waarbij reststoffen weer hergebruikt worden.

Daarnaast is gemeentelijke visie nodig op circulaire economie en stedelijke distributie, met een ruimtelijke vertaling naar bedrijventerreinen. Daarin staat dan een circulaire visie op de afval- en distributie-infrastructuur en beleid voor circulaire bouwlogistiek en stedelijke distributie. Aan deze visie wordt door een gemeente ook regelgeving verbonden, zoals verkeerszones, cargohubs en overslagpunten. Zo kunnen gemeenten ook werkelijk stimulerend zijn in de transitie naar een milieuvriendelijke binnenvaart.

En wat is dan de regionale context?

De start is een goede analyse naar beschikbare locaties voor circulariteit en duurzame stedelijke distributie. De toplocaties uit mijn studie kunnen vergeleken worden met alternatieven, zoals de bedrijventerreinen die als pilots voor het project Next Economy bedrijventerrein gaan fungeren. Dan volgt een visie per bedrijventerrein over het faciliteren van circulaire economie en/of duurzame distributie, en het profiteren van samenwerking met aanwezige bedrijvigheid op het terrein. Hierna worden de alternatieven naast elkaar gezet, vergeleken in de regionale context van vraag en aanbod in circulaire stromen en de energietransitie, en dan zullen kosten, baten en milieuwinst de doorslag geven in het watergebonden gebruik.