Marc Rosier, manager OV van de MRDH:

Er is nog een weg te gaan voordat we weer op de reizigersaantallen van vóór corona zitten.

OV en Corona

Openbaar vervoer: kansen en bedreigingen

Het openbaar vervoer stond er geweldig goed voor in 2019. Een jaarlijkse groei van het aantal reizigers van 3%...we raakten eraan gewend. En er waren mooie cijfers bij klanttevredenheidsonderzoeken. Maar sinds de coronacrisis verkeert het OV in zwaar weer. Marc Rosier, manager OV van de MRDH vertelt over de kansen en bedreigingen van het openbaar vervoer in de metropoolregio.

De geluiden over het openbaar vervoer zijn somber de laatste jaren. Terecht?

“De coronacrisis was een extreem hectische tijd voor ieder die betrokken was bij het openbaar vervoer. En nog steeds is de impact merkbaar. De lockdown zette een rem op heel het maatschappelijk leven. Thuiswerken bijvoorbeeld, werd de norm. De reizigersaantallen van het OV stortten daardoor in en tegelijkertijd vroeg het kabinet van vervoerders dat het openbaar vervoer beschikbaar bleef voor mensen met cruciale beroepen. En terecht. Verplegend personeel, medewerkers van energiebedrijven politieagenten; ze moesten wel naar hun werk kunnen blijven gaan. Maar daar hing een prijskaartje aan. De politiek, lokaal regionaal en nationaal, voorkwam dat de vervoerders financieel omvielen door de coronacrisis. Als Metropoolregio hebben we gedaan wat we konden en dat doen we nog steeds. Maar primair stonden onze vervoerders zelf aan de lat. EBS, HTM en RET verdienen een groot compliment voor de manier waarop ze zijn omgegaan met de coronacrisis. Het was sturen in de mist met minimale inkomsten. De reizigersaantallen bedroegen op het dieptepunt van de crisis nog maar 20% van wat we gewend waren. Ga er maar aan staan want vervoersbedrijven zijn voor hun exploitatie afhankelijk van de reizigersinkomsten. Als die wegvallen hebben zij dus een mega-probleem. Natuurlijk, het gaat beter nu. Er is weer bewegingsruimte in de samenleving, Langzaam maar zeker zie je de reizigers weer terugkeren in het openbaar vervoer. We zitten nu op ruim 80% van het aantal reizigers van vóór de coronacrisis. Maar daarmee zijn de financiële zorgen nog niet voorbij. Er is nog een weg te gaan voordat we weer op de reizigersaantallen van vóór corona zitten. En dus resteert er nog altijd een flink financieel gat in de begroting van de vervoerders.”

“Er blijft een grote opgave voor de vervoerders”

Een kwestie van de ambities bijstellen?

“Nee. Laten we de ambities met het openbaar vervoer niet bijstellen. Daar is nu geen reden voor. We moeten dóór,  gezien de grote maatschappelijke opgaven die het openbaar vervoer dient. In vrijwel alle opgaven die we op ons bord hebben is openbaar vervoer deel van de oplossing: de verstedelijking, de klimaatcrisis, het streven naar brede welvaart. Het OV helpt ons verder doordat het nieuwbouwwoningen ontsluit, het is duurzaam vervoer, het faciliteert het woon-werk verkeer, is een impuls voor economische ontwikkeling en zorgt voor verbinding tussen mensen. Noem mij maar een voorziening die mensen en maatschappij op een vergelijkbare manier op voorsprong zet.”

“In vrijwel alle maatschappelijke opgaven is openbaar vervoer deel van de oplossing”
Mark Rosier op station

Maar goed. De rekening moet wel betaald worden. Wie is dan aan zet?

“Vervoersbedrijven, de Metropoolregio, gemeenten en het Rijk samen. Zo hebben we dat ook de afgelopen jaren gedaan. Het Rijk verlangde dat het openbaar vervoer tijdens de crisis beschikbaar bleef en stelde daar een vergoeding tegenover die een groot deel van de financiële tekorten afdekte. Voor het resterende deel, het gaat dan nog altijd om vele miljoenen, moesten vervoerders en vervoerregio’s aan de bak. De coronaregelingen van het Rijk stopten in 2022 en dat leek ook voor het openbaar vervoer te gaan gelden maar we hebben het Rijk ervan weten te overtuigen dat een financieel vangnet voor het OV nodig bleef. Niet om achterover te leunen maar om de veerkracht te hebben om er nu en in de toekomst te zijn voor de 2,4 miljoen mensen in de metropoolregio, voor wie goed OV onontbeerlijk is.”

Is het geld dat het Kabinet voor het komend jaar in het vooruitzicht stelt voldoende?

“Niet in de zin dat daarmee de kous af is. Er blijft echt nog een grote opgave over voor de vervoerders en hun aandeelhouders over. EBS, HTM en RET zijn vervoersbedrijven. Ze zijn zelf verantwoordelijk voor hun financiële bedrijfsvoering. Maar de Metropoolregio is wel naast hen gaan staan. Deze zomer nog hebben we 37 miljoen gereserveerd. We denken dat we voor 2023 en 2024 de financiële gevolgen door de lagere reizigersaantallen zo redelijk hebben kunnen opvangen. Dit staat overigens los van andere vraagstukken die aan de kostenkant spelen. Vervoersbedrijven hebben namelijk te maken met forse kostenstijgingen door de extreem gestegen energieprijzen. Ook personeels- en materiaalkosten zijn veel meer gestegen dan vooraf werd verwacht. De vervoerders moeten dus vol aan de bak.”

“Blijf staan voor regionale samenwerking”

Wat wilt u de bestuurders van de Metropoolregio nog meegeven?

“Blijf staan voor regionale samenwerking. We hebben gezien dat we daardoor het openbaar vervoer op de rails konden houden, zelfs toen we in het oog van de storm zaten. Het hemd is soms nader dan de rok maar regionaal denken is, ook waar het de ontwikkeling van het openbaar ververoer aangaat, ontzettend belangrijk. Er komen tot 2040, 400.000 mensen onze kant op. Dat zijn er evenveel als er in een stad als Utrecht wonen. Mensen die op zoek zijn naar een goed dak boven hun hoofd, werk en een prettige leefomgeving. Geen gemeente faciliteert dat in zijn eentje. De bus, tram of metro stopt niet bij de gemeentegrens. Samen komen we verder. Samen staan we sterker.”