Anita Stienstra: Gedragsbeïnvloeding grootste kans

In Nederland kun je altijd kiezen wat voor vervoersmiddel je neemt

Fietsambassadeur stimuleert fietsgebruik met doorfietsroutes: "Duurzaam, veilig en gezond"

Inwoners van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) vaker op de fiets laten stappen voor woon-werkverkeer: dat is het doel van fietsambassadeur Peter Meij. Hij is wethouder Verkeer, Buitenruimte, Leefomgeving en Cultureel erfgoed bij de gemeente Ridderkerk, een van de 23 gemeentes in de metropoolregio. In september werd Meij herbenoemd tot portefeuillehouder Fiets voor nog eens vier jaar. ‘We moeten in het land meer geld vrijmaken om fietsen te stimuleren. Dat is van essentieel belang voor de mobiliteit van de toekomst.’

De fietsambassadeur wil bestuurders overtuigen van de waarde van goede fietsvoorzieningen. ‘We geven honderden miljoenen uit aan autowegen, transport en openbaar vervoer, maar vinden dat te veel voor fietsfaciliteiten. Terwijl iedereen daar baat bij heeft, óók de automobilist en de reiziger.’ Hij somt de voordelen op: ‘Fietsen is gezond, en veel beter voor de luchtkwaliteit en het klimaat dan de auto. Daarnaast vermindert fietsen de file- en parkeerdruk en biedt het een goede oplossing voor het tekort aan openbare ruimte in de stad.’

Anita Stienstra is coördinator doorfietsroutes bij de provincie Gelderland en zet zich in haar regio in voor hetzelfde doel. Ze vult aan: ‘De fiets neemt vijf keer minder ruimte in dan de auto en je reistijd is altijd voorspelbaar: je hebt geen files of vertraging. Bovendien voel je je fitter en verbetert fietsen je productiviteit: de hersenen leggen nieuwe verbindingen als je op een actieve manier naar je werk gaat. En met een e-bike of speedpedelec kun je grote afstanden afleggen.’

Peter Meij op de fiets

Fietsambassadeur Peter Meij wil bestuurders overtuigen van de waarde van goede fietsvoorzieningen.

Doorfietsroutes

Om fietsen te stimuleren werken gemeentes, provincies, metropoolregio’s en het Rijk samen aan zogeheten doorfietsroutes: veilige en comfortabele fietsroutes die belangrijke woon- en werkplekken met elkaar verbinden. ‘Je kunt er bijna overal ongehinderd doorfietsen en krijgt zoveel mogelijk voorrang’, licht fietsambassadeur Meij toe. ‘De routes bestaan uit nieuw aangelegde paden en verbeteringen van bestaande fietspaden. De paden zijn extra breed, aangelegd met asfalt en liggen veelal in het groen, zodat ze ook aantrekkelijk zijn voor recreatiefietsers.’ Doorfietsroutes in stedelijke gebieden in Zuid-Holland worden Metropolitane Fietsroutes (MFR’s) genoemd en vragen meer aanpassingen aan bestaande wegen, gezien de beperkte ruimte en het grotere aantal kruispunten.

“Fietsen is gezond, goed voor het klimaat en vormt een goede oplossing voor het tekort aan openbare ruimte in de stad.”

De eerste doorfietsroute van Zuid-Holland is de Velostrada, die sinds tien jaar Leiden en Den Haag verbindt. ‘Deze succesvolle eerste doortraproute toont de effectiviteit, het belang en de doeltreffendheid ervan aan’, vertelt de ambassadeur. ‘Het gebruik van de fietspaden op de Velostrada is sinds de verbetering met 50 procent toegenomen. Dat toont aan dat mensen er echt baat bij hebben.’ Op nationaal niveau laten de cijfers van doorfietsroutes dezelfde ontwikkeling zien. Stienstra: ‘In vijf jaar tijd groeide het gebruik van de verbeterde doorfietsroutes in Gelderland met 45 procent.’

Doorfietsroutes twee keer zoveel gebruikt

Voor de analyses schakelde de provincie Gelderland Huub Ploegmakers in, universitair docent planologie aan de Radboud Universiteit. Hij ziet een stijgende lijn in het gemiddelde gebruik van fietspaden die zijn aangepast tot doorfietsroute. ‘Als de paden er langer liggen, zien we in sommige gevallen bijna een verdubbeling van het gebruik. Dan moet je natuurlijk nog wel kijken hoe dat komt: hebben de fietsers die er al waren hun route gewijzigd of laten mensen echt vaker de auto staan? Dat laatste zien we inderdaad bij reizigers die baat hebben bij de Velostrada. Waar vóór de aanleg gemiddeld 28 procent van hun verplaatsingen met de fiets was, is dat na de aanleg 32 procent. Dat is een aanzienlijke toename.’

Ondanks die resultaten en de voordelen vergt het uitbreiden van het aantal doorfietsroutes overtuigingskracht en een lange adem. Meij: ‘Het fietssucces van Nederland lijkt vanzelfsprekend, net als de aanwezigheid van comfortabele fietspaden. Maar een fietstunnel of -brug aanleggen kost miljoenen.’ En het realiseren van een complete doorfietsroute neemt gemiddeld vijf tot zes jaar in beslag. ‘De aanleg van de doorfietsroute tussen Arnhem en Nijmegen kostte zelfs zeven jaar’, herinnert Stienstra zich. ‘Je hebt bijvoorbeeld te maken met een brug die een rijksmonument is en niet geschikt voor een grote stroom fietsers.’ Meij vult aan: ‘Zeker voor MFR’s lopen de kosten door zulke obstakels behoorlijk op.’

Financiële uitdaging

Die kosten zijn voor een derde voor de gemeentes waarin de route ligt. In de metropoolregio Rotterdam Den Haag betaalt de MRDH de overige 70 procent via een subsidie. ‘Forse bedragen voor gemeentes’, erkent Meij. ‘Ze moeten hun budgetten goed verdelen en zijn vaak terughoudend met aanpassingen aan het centrum.’ Hij waardeert daarom de gemeente Westland: ‘Die is betrokken bij vier projecten voor doorfietsroutes en investeert daar veel in. Je merkt dat de gemeente het belang ervan inziet, ook omdat er geen treinstation is en ze het Westland aantrekkelijker willen maken voor wonen en werken.’

“De doorfietsroutes lijken meer op te leveren dan vooraf gedacht.”

Een andere uitdaging betreft de benodigde data voor effectiviteitsmetingen, onder meer als bewijslast voor nieuw aan te leggen routes. Ploegmakers: ‘We hebben zoveel mogelijk data van vóór de aanleg nodig, en die is lang niet altijd beschikbaar. Zonder voldoende metingen vooraf kunnen we weinig zeggen over de effectiviteit van de aanpassingen.’ Doordat de provincie Gelderland ieder jaar in dezelfde periode verkeerstellingen uitvoert, weet hij dat de doorfietsroutes meer lijken op te leveren dan gedacht. ‘Die verdubbeling die ik eerder noemde, hadden we bijvoorbeeld niet verwacht.’

Samenwerking tussen regio’s

Inmiddels liggen er landelijk zo’n 300 ontwerpen voor doorfietsroutes klaar, waarvan er enkele tientallen zijn gerealiseerd. In de metropoolregio Rotterdam Den Haag gaat het bij elkaar om 150 kilometer, inclusief de Velostrada, die in samenwerking met de provincie Zuid-Holland wordt aangelegd. De MRDH werkt zelf aan acht trajecten, waaronder Rotterdam-Westland, Zoetermeer-Rotterdam, Den Haag-Pijnacker en Delft-Rotterdam. Een doorgaande fietsroute tussen Rotterdam en Dordrecht is sinds kort ook in voorbereiding. ‘Of bepaalde fietsroutes er komen, hangt vaak af van complexe besluiten, zoals een fietsbrug over een snelweg of kanaal. Die verbeteringen zijn nodig om de route tot een succes te maken.'

“Als zo’n 8 procent van de weg- en ov-gebruikers op de fiets stapt, is dat voor iedereen beter.”

Om de plannen uit te voeren, is samenwerking tussen de regio’s en gemeentes essentieel. Meij: ‘Als een tussenliggende gemeente niet meedoet, komt de route er niet. En we hebben niet veel tijd meer: als de acht routes er niet vóór 2026 liggen, lopen we subsidie mis. Die subsidie van 70 procent is al uit verhouding met andere infrastructuurmaatregelen, waarvan de metropoolregio zelf de helft betaalt.’ Als fietsambassadeur probeert hij de gemeentes daarvan bewust te maken en ze te laten zien wat een verschuiving van de focus op fietsinvesteringen kan opleveren. ‘Als zo’n 8 procent van de weg- en ov-gebruikers op de fiets stapt, is dat voor iedereen beter.’

Grootste winst in gedrag

Stienstra vertrouwt erop dat het gaat lukken om dat doel van 8 procent landelijk te behalen. ‘Er zijn tegenwoordig prachtige samenwerkingsovereenkomsten waarin we vastleggen wat we gaan doen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Zo waarborgen we de realisatie.’ Ook zij wil op die manier een betere verdeling tussen vervoersmodaliteiten bereiken. ‘Als we die gezamenlijke visie voor ogen houden, vinden de gemeentes, provincies en metropoolregio’s elkaar wel.’

Tot slot speelt de bekendheid van de routes een rol bij de effectiviteit. Stienstra voert bijvoorbeeld campagne om te laten weten dat er een nieuwe route is. ‘Dat doen we door updates in het nieuws, door werkgevers erop attent te maken en het publiek te laten meedenken over een naam voor een nieuwe fietsroute. Daarmee gaat het leven en stimuleren we het gebruik ervan.’

Wat haar betreft is de grootste winst te behalen in het gedrag van mensen. ‘In Nederland kun je bijna altijd kiezen welk vervoersmiddel je neemt. Dat potentieel zou ik sneller willen benutten met elkaar. Het is een prachtige kans, met zoveel meer voordelen dan alleen een betere infrastructuur: meer fietsen ondervangt de bewegingsarmoede en het toenemende overgewicht. En het maakt gelukkig. Nederlandse kinderen zijn wereldwijd de gelukkigste, en de mogelijkheid om veilig te kunnen fietsen is daarvoor een belangrijke reden. Het lijkt een vanzelfsprekendheid, maar we moeten ons er met z’n allen voor inzetten om dat zo houden.’

Fietsdata in de metropoolregio Rotterdam Den Haag

De MRDH meet het fietsgebruik op 93 telpunten in de regio. Dit doen we via permanente telpunten sinds 2018. Dit zijn tellussen in de weg. De informatie wordt gebruikt om de groei van het fietsgebruik te meten. Door het hele jaar door te meten zijn omstandigheden als slecht weer of tijdelijke wegwerkzaamheden uit te sluiten en ontstaat een goed beeld van het daadwerkelijke gebruik van een route of solitair fietspad. Het telpuntennetwerk is gekoppeld aan het regionaal basisnetwerk fiets. Dit regionaal fietsnetwerk wordt momenteel geactualiseerd door gemeenten en de MRDH. Met deze actualisatie en de Metropolitaanse fietsroutes in ontwikkeling wil de MRDH onderzoeken hoe dit telpuntennetwerk uit te breiden. Om zo, op basis van data, nog betere beleidskeuzes te kunnen maken. Het telpuntennetwerk is raadpleegbaar via het open data portaal fiets Dexter van de NDW (N.B. hier is wel een account voor nodig). 

 

Meer informatie

Meer weten over de fietsroutes die de 23 gemeenten aanleggen? Kijk eens op de pagina Metropolitane Fietsroutes.