Berry Vetjens (TNO): 'Fieldlab ideale manier om vragende partij en telecomaanbieders bij elkaar te brengen'

Binnen de Metropoolregio kunnen ontwikkelaars en ondernemers op een aantal plekken 5G-toepassingen testen. Zo’n proeftuin is volgens Berry Vetjens de ideale manier om een aantal zaken rondom 5G af te kaarten, bijvoorbeeld veiligheid.

Berry Vetjens is directeur ICT Markt bij TNO. Hij houdt zich onder meer bezig met de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en 5G. Daarnaast is hij betrokken bij de opzet van proeftuinen waar digitaliseringstoepassingen en de mogelijkheden en effecten van 5G getest kunnen worden. Het Fieldlab 5Groningen bijvoorbeeld en in de metropoolregio het onlangs gestartte Fieldlab Do IoT in Delft.  

Wat is er nog nodig in deze regio voor een goede overgang naar een digitale economie?

Eigenlijk is er niet echt sprake van een overgang. We zijn immers al vergevorderd in de digitale economie. Nederland staat hoog in de rankings op wereldschaal. Voor deze regio specifiek zijn er wel wat facetten die beter zouden kunnen. De meest in het oog springende is daarbij om veel actiever te sturen op hoe digitalisering voor de specifieke regio-uitdagingen ingezet kan worden. Bijvoorbeeld rondom logistiek. In Zuid-Holland is dit een enorme uitdaging en vrachtvervoer van levensbelang. Maar de wegen lopen vol. Digitalisering kan uitkomst brengen: Met nieuwe digitale technologie kunnen we vrachtauto’s als groepjes veilig heel dicht op elkaar laten rijden (platoonen), waardoor er minder filedruk ontstaat en er zuiniger gereden kan worden, waardoor er minder CO2 uitstoot is. In de Connected Transport Corridor Groot Rotterdam wordt hier al mee geëxperimenteerd. Maar je kunt 5G ook inzetten voor het competitief houden van het havencomplex en Greenport, of voor het creëren van ‘nieuwe’ banen waar ‘oude’ banen verdwijnen. In de regio moeten we ervoor zorgen dat de vragende partijen rondom de uitdagingen en de partijen aan de (digitale) aanbodkant intensiever met elkaar samenwerken. Dat kan heel goed door in te zetten op een aantal experimenteeromgevingen. De ideale manier vind ik. Hier werken publieke en private partijen gezamenlijk aan oplossingen voor de thematische uitdagingen van de regio. In Nederland is 5Groningen zo’n voorbeeld. In de regio bijvoorbeeld het Do IoT Fieldlab en het Living Lab Sensible Sensors Reyeroord in Rotterdam.

Hoe kunnen we leren van 5Groningen op weg naar een goedlopend Fieldlab of een livinglab?

Leren van andere living labs begint door mensen die al eerder bij dit soort labs betrokken zijn geweest te raadplegen bij het opzetten van nieuwe initiatieven. En dat gebeurt gelukkig ook al best vaak. 5Groningen is bijzonder omdat daar de ontwikkeling van het fieldlab zelf, maar ook de uitnutting van het fieldlab gezamenlijk met de betrokken partijen opgepakt wordt. Zo wordt vraag en aanbod actief bij elkaar gebracht. Eigenlijk is 5Groningen een bundeling van drie programma’s, met ieder zijn eigen financieringsinstrument daaraan gekoppeld. Er is een aparte programmalijn waarin use cases – juist ook voor MKB - gestimuleerd en ontwikkeld worden,  een aparte programmalijn voor ontwikkeling van de functionaliteiten in het lab en een aparte programmalijn voor stimuleren van onderwijs en onderzoek. Dat blijkt in praktijk een hele goede manier om zoiets vorm te geven: er lopen tientallen use cases met een keur aan lokale partijen die daarin deelnemen.

Hoe zorgen we dat het veilig is?

Door het veilig te máken. Natuurlijk is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Het is vooral erg belangrijk om bij de ontwikkeling en het testen van nieuwe technologie en diensten al in de ontwerpfase na te denken of het wel veilig is en wat er gedaan zou kunnen of moeten worden om het veilig te maken. En door deze vraag in een fieldlab setting gezamenlijk door zowel de aanbieder, afnemer en overheid te laten beantwoorden wordt het een gedeelde verantwoordelijkheid. En voorkom je dat veiligheid een sluitstuk wordt.